Digitale Toegankelijkheid 
Dit is waarom het belangrijk is

Digitale Toegankelijkheid 
Dit is waarom het belangrijk is

Termen zoals ‘inclusiviteit’, ‘online toegankelijk’, ‘digitale toegankelijkheid, ‘een inclusieve digitale samenleving’ zien we de laatste jaren steeds vaker opduiken. Gelukkig maar, het is een belangrijk thema om aandacht voor te hebben. 

 
Zodra je je erin gaat verdiepen, ontdek je al snel de cijfers die er niet om liegen. In Nederland zijn er maar liefst 2 miljoen mensen die op één of andere manier, en in meer of mindere mate, beperkt. Dan zou het toch raar zijn als zoveel mensen niet online kunnen deelnemen aan de maatschappij. Kortom, tijd voor digitale toegankelijkheid. In dit uitgebreide artikel lees je er alles over. 

Wat is digitale toegankelijkheid?  

Laten we eerst eens beginnen met een definitie. Waar hebben we het nu eigenlijk precies over? 

“Digitale toegankelijkheid is een term die verwijst naar het ontwerp en de ontwikkeling van websites, applicaties en digitale content op een manier zodat het voor iedereen toegankelijk is. Het helpt om digitale ongelijkheid te verminderen en een inclusieve digitale samenleving te creëren.”  

In de praktijk betekent dit dat er bij het ontwerp (en de uitvoering) rekening wordt gehouden met verschillende manieren waarop mensen digitale content ervaren. Denk bijvoorbeeld aan schermlezers, brailleleesregels en andere hulpmiddelen. Het gaat er dus om dat digitale content en producten kunnen worden gebruikt door mensen met verschillende beperkingen, zoals visuele, auditieve, motorische of cognitieve beperkingen. 

Overigens gaat het niet alleen om het gebruik van hulpmiddelen, maar ook over de content zelf. Die moet voor iedereen begrijpelijk en gebruiksvriendelijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan taalgebruik, kleurcontrasten en intuïtieve bediening/ navigatiestructuur.  

Waarom is digitale toegankelijkheid nodig? 

Dat is heel simpel. Digitale toegankelijkheid is nodig omdat digitale content en producten een steeds belangrijker onderdeel van ons dagelijks leven zijn geworden. Of het nu gaat om het gebruik van sociale media, online winkelen of het vinden van informatie, het gebeurt (bijna) allemaal digitaal.  

En dat betekent ook automatisch dat mensen met verschillende beperkingen moeite hebben om deze content en producten te gebruiken. Het gevolg; mensen worden buitengesloten van de (digitale) samenleving. En dat is niet nodig. Er zijn voldoende technische mogelijkheden om dat te voorkomen. 

Ieder mens heeft het recht om te leven als ieder ander en mee te doen in de maatschappij. Gebruikmaken van de mogelijkheden die het internet, computers en smartphones ons bieden hoort daar natuurlijk bij. Juist daarom is het belangrijk dat digitale dienstverlening toegankelijk is voor iedereen. Miljoenen Nederlanders hebben één of meerdere beperkingen. Denk daarbij aan mensen die blind of slechtziend zijn of kleurenblind; doof of slechthorend; motorisch beperkt of zwakbegaafd; autistisch; laaggeletterd. En deze groep groeit. Het aantal ouderen groeit, er komen meer migranten die de Nederlandse taal niet goed machtig zijn.” (citaat: digitoegankelijk.nl) 

Goed design helpt 

Zoals gezegd, ligt de oplossing van het digitaal toegankelijk maken voor een groot deel bij het ontwerp. Een website, een online community of een kennisbank ontwerp je direct toegankelijk. Je maakt immers iets voor je gebruikers/ leden/ klanten.  

Net zoals je bij het bouwen van een nieuw gebouw ook rekening houdt met toegankelijkheid voor rolstoelen, zorgt voor duidelijke routes in een ziekenhuis die iedereen kan begrijpen. 

 
Door al in een vroeg stadium aandacht te hebben voor de toegankelijkheid, kan uiteindelijk echt iedereen gebruik maken van het online platform. Een paar tips om digitale toegankelijkheid in je online design te verwerken: 

  • Gebruik kleuren die goed contrasteren: zorg ervoor dat de kleuren die je gebruikt goed van elkaar te onderscheiden zijn, zodat ook mensen met een visuele beperking de informatie op de website goed kunnen lezen. Lees ook eens: Waarom kleur op je website niet altijd een goed idee is.
  • Maak gebruik van alt-tekst bij afbeeldingen: door alt-tekst toe te voegen aan afbeeldingen, kunnen gebruikers die niet in staat zijn om de afbeelding te bekijken toch begrijpen waar de afbeelding over gaat. 
  • Gebruik een helder en duidelijk lettertype: kies voor een lettertype dat goed leesbaar is voor alle gebruikers en vermijd het gebruik van kleine lettertypen of cursief lettertype. Letters op een website dienen goed mee te schalen bij het vergroten van de site. Schaalbaarheid is vooral belangrijk omdat webpagina’s op verschillende apparaten en schermen worden bekeken, zoals desktops, laptops, tablets, smartphones en smartwatches. Elk van deze apparaten heeft een andere schermgrootte, resolutie en pixeldichtheid.  
  • Maak gebruik van ondertiteling bij video’s: door ondertiteling toe te voegen aan video’s, kunnen mensen met een gehoorbeperking de inhoud van de video toch volgen. 
  • Zorg voor een logische navigatiestructuur: zorg ervoor dat de navigatiestructuur van de website duidelijk en logisch is, zodat gebruikers snel kunnen vinden wat ze zoeken. In de techniek dienen ook aanpassingen gedaan te worden zodat schermlezers kunnen herkennen dat het gaat om een navigatiestructuur. 
  • Maak gebruik van aria-labels: door aria-labels toe te voegen aan interactieve elementen, zoals knoppen, links of navigatie, kunnen gebruikers met een screenreader begrijpen wat deze elementen doen. 
  • Test de website op toegankelijkheid: zorg ervoor dat je de website regelmatig test op toegankelijkheid, bijvoorbeeld met behulp van hulpmiddelen zoals WAVE of aXe. Zo kun je ervoor zorgen dat de website toegankelijk blijft voor alle gebruikers. 

WCAG – de richtlijnen 

Om bepaalde zaken vast te leggen, zijn de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) opgesteld. Deze richtlijnen zijn opgezet door het World Wide Web Consortium (W3C), een internationale gemeenschap van organisaties en individuen die zich inzetten voor het ontwikkelen van open standaarden voor het web. 

Op dit moment is WCAG 2.1 de meest actuele versie en het is gemaakt rondom vier principes (hoofdlijnen):  

  • Waarneembaar (perceivable): alle informatie en alle componenten van de gebruikersinterface moeten waarneembaar zijn door de gebruiker. 
  • Bedienbaar (operable): alle componenten van de gebruikersinterface en de navigatie moeten bedienbaar zijn door de gebruiker. 
  • Begrijpelijk (understandable): alle informatie en het gebruik van de interface moet begrijpelijk zijn voor de gebruiker. 
  • Robuust (robust): content moet voldoende robuust zijn om betrouwbaar geïnterpreteerd te kunnen worden door uiteenlopende soorten gebruikersagenten en technische hulpmiddelen. 

 
Deze principes bestaan vervolgens weer uit succescriteria en die zijn op hun beurt weer ingedeeld in drie niveaus (A, AA en AAA). Deze niveaus zijn ingedeeld op basis van de impact die ze hebben op het ontwerp of de visuele presentatie van de pagina. Voor de meeste sites is niveau A of AA een goed uitgangspunt. In totaal zijn er 78 succescriteria en daarom is nog best een flinke klus om aan alle richtlijnen te kunnen voldoen.  

Digitale toegankelijkheid is wettelijk verplicht voor Nederlandse overheden (Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen) en instellingen uit de (semi-)publieke sector. Het is verplicht om te voldoen aan de eisen van WCAG 2.1, niveau AA. 

Iedereen binnen de organisatie doet mee  

Nu denk je misschien, oké allemaal leuk en aardig, maar wie moet er binnen mijn organisatie mee aan de slag?  

Eigenlijk moet digitale toegankelijkheid organisatie breed ingezet worden. Het is de verantwoordelijkheid van iedereen die betrokken is bij het ontwerp, de ontwikkeling en het beheer van digitale content en producten. Dat betekent dus dat er vanuit allerlei disciplines binnen de organisatie aan digitale toegankelijkheid moet worden gewerkt. Denk aan functies zoals webdesigners, ontwikkelaars van mobiele applicaties, contentmakers en online marketeers. 

Maar ook aan de jurist (voor de wet- en regelgeving), de inkoper (voor het selecteren van leveranciers) of de ICT- adviseur (voor de juiste toegankelijke software). Meer hier over lees je in Digitale toegankelijkheidseisen, wat elk bedrijf ervan kan leren. 

Digitale toegankelijkheid voor contentspecialisten  

Om je nog wat meer tips te geven, hebben we er twee rollen uitgepakt; allereerst de contentspecialisten. Voor hen is een grote rol weggelegd in toegankelijke content.  

Teksten op taalniveau B1 

Als we kijken naar de leesbaarheid van teksten, moeten ze natuurlijk letterlijk goed zichtbaar zijn. Dus geen gele letters op een witte ondergrond! Maar de teksten moeten ook figuurlijk goed leesbaar zijn. De lezer moet een tekst gemakkelijk kunnen begrijpen. In de WCAG is daarom vastgelegd dat een tekst op taalniveau B1 moet zijn. Dit is eenvoudig Nederlands. Ook wel eens Jip en Janneke taal genoemd.  

Een paar kenmerken van teksten op B1 niveau:  

  • Korte zinnen (niet langer dan 12 woorden) 
  • Korte alinea’s (maximaal 10 zinnen of 100 woorden) 
  • Alledaagse woorden die iedereen kent 
  • Actieve stijl (geen lijdende vormen of ingewikkelde formuleringen) 
  • Duidelijke opbouw 
  • Titel, tussenkopjes, witregels en opsommingen 

Alt-teksten voor afbeeldingen 

Een foto zegt meer dan duizend woorden. Maar eigenlijk is een afbeelding alleen visueel waar te nemen. Het is niet begrijpbaar voor Google en niet leesbaar voor een screenreader. Een alt-tekst is dat wel.  

In een alt-tekst beschrijf je letterlijk wat er op de afbeelding of foto te zien is. Van voorgrond tot achtergrond en van vorm tot kleur. Alle details die je visueel waarneemt. Je hoeft in de alt-tekst niet te vermelden dat het om een afbeelding gaat. De tekst ‘afbeelding van een jurk’ zou door een screenreader voorgelezen worden als ‘afbeelding, afbeelding van een jurk’. Dat is dubbel. 

Het maakt niet uit welk systeem of CMS je gebruikt, er is altijd wel een plek waar je de alt-tekst kunt invoeren. En wanneer je dan ook nog eens interessante keywords invoert, helpt het ook nog eens voor je vindbaarheid. 

Digitale toegankelijkheid voor UX designers 

De tweede rol die we er graag willen uitlichten is die van de UX designer. Voor de volledigheid; “een UX designer probeert de gebruikerservaring of user experience te verbeteren op het vlak van websites, softwareprogramma’s, apps en games. Hij of zij heeft daarbij niet alleen aandacht voor de visuele vormgeving, maar bijvoorbeeld ook voor de interactie tussen de gebruiker en het medium.” 

Zo kan een UX designer er bij het ontwerp al rekening mee houden dat een website ook via een toetsenbord bediend kan worden en dat in de broncode knoppen, linkjes en afbeelding worden voorzien van alternatieven en labels. Hele praktische zaken dus die er later voor zorgen dat de website toegankelijk is. 

Elementen waar een UX designer rekening mee houdt 

Het is te kort door de bocht om te zeggen dat deze lijst compleet is, maar we geven je wel graag inzicht in elementen waar een UX designer bij het eerste ontwerp al rekening mee houdt. 

  • Consistentie, consistentie, consistentie. Door een consistente opbouw van functionaliteiten kan iedereen begrijpen waarop geklikt moet worden, hoe de site gebruikt moet worden. Voor iedereen zeer nuttig.  Gebruik consistente ontwerpelementen, zoals kleuren, typografie en iconen, om de gebruikservaring te vergemakkelijken. 
  • Toegankelijke tekst. De styling van een webtekst is belangrijk. Er moet bijvoorbeeld voldoende contrast tussen de tekstkleur en de achtergrondkleur zitten. Vanuit de WCAG is daar een contrastverhouding van minimaal 4,5:1 voor aangegeven. Dit kan met een tool eenvoudig worden gecheckt. 
  • Hyperlinks voldoende laten opvallen. Een ander onderdeel van de styling is de manier waarop hyperlinks gemaakt worden. Oorspronkelijk werd in de HTML code een hyperlink weergegeven door een andere kleur tekst (blauw) én een onderstreping. Op een gegeven moment gingen sommige vormgevers dit weglaten. De links kregen dezelfde opmaak als de rest van de tekst. Je kunt je voorstellen dat ze dan niet meer goed te herkennen zijn. 
  • Navigeren met de tab-toets. Niet iedereen kan een muis bedienen, daarom gebruiken sommige mensen een toetsenbord. Met de tab-toets kun je dan door een website navigeren. Maar dan is het wel belangrijk om te kunnen zien, waar je op dat moment bent (welk element je dus hebt geselecteerd).   

Zo help je de gebruiker nog beter

Probeer jezelf, naast het technische aspect, ook goed te verplaatsen in de bezoekers van je website, kennisbank of online platform. We blijven het herhalen, maar de gebruiker moet centraal staan. Dus…

  • Maak het doel duidelijk: Zorg ervoor dat het doel van je product of service duidelijk is voor gebruikers. Dit helpt gebruikers om te begrijpen wat ze kunnen verwachten en hoe ze het kunnen gebruiken. 
  • Houd het simpel: Probeer zoveel mogelijk te voorkomen dat gebruikers worden overweldigd door te veel informatie of opties. Houd het simpel en duidelijk om de gebruikservaring te verbeteren. 
  • Wees empathisch: Probeer te begrijpen wat gebruikers denken, voelen en willen tijdens het gebruik van het product of de service. Dit kan helpen om de gebruikservaring te verbeteren. Heb je wel eens je echt proberen te verdiepen in een slechtziende gebruiker, ga dan eens naar https://muzieum.nl/, een plicht voor iedere UX-designer (als je mij vraagt). 
  • Maak het effectief: Zorg ervoor dat gebruikers effectief kunnen volbrengen wat ze willen doen met het product of de service. 
  • Maak het efficiënt: Probeer te voorkomen dat gebruikers tijd verspillen aan taken die niet nodig zijn. 
  • Maak het waardevol: Zorg ervoor dat gebruikers waarde hebben aan het product of de service. Dit kan helpen om de terugkerende gebruikers te verhogen. 

Belangrijke wetten voor de user experience

Er zijn verschillende “wetten” of richtlijnen die vaak worden genoemd als belangrijk voor UX (user experience) design. Hier zijn enkele wetten die vaak worden genoemd: 

  • De wet van Fitts: De wet van Fitts stelt dat hoe kleiner en dichter een doel is, hoe gemakkelijker het is om het te selecteren met een punterend apparaat, zoals een muis of touchpad. Dit kan helpen om te bepalen hoe groot en hoe dichtbij elementen op een scherm moeten zijn om gemakkelijk te selecteren.
  • De wet van Hick: De wet van Hick stelt dat hoe meer keuzes een gebruiker heeft, hoe langer het duurt om een beslissing te nemen. Dit kan helpen om te bepalen hoeveel opties een gebruiker moet hebben om een goede gebruikservaring te hebben. 
  • De wet van Aftrekking: De wet van Aftrekking stelt dat hoe meer tijd een gebruiker besteedt aan het leren en gebruiken van een product of service, hoe minder waardering ze ervoor zullen hebben. Dit kan helpen om te bepalen hoeveel tijd gebruikers moeten besteden aan het leren van een product of service om ervan te genieten. 
  • De wet van Wezenlijke Gelijkheid: De wet van Wezenlijke Gelijkheid stelt dat gebruikers verwachten dat elementen op het scherm die er hetzelfde uitzien, ook hetzelfde gedragen. Dit kan helpen om te bepalen hoe elementen op het scherm moeten worden gepresenteerd om verwarring te voorkomen. 
  • De wet van Mere-Exposure: De wet van Mere-Exposure stelt dat gebruikers dingen waar ze vaak aan worden blootgesteld, aantrekkelijker vinden. Dit kan helpen om te bepalen hoe vaak gebruikers moeten worden blootgesteld aan een product of service om ervan te genieten. 
  • Het seriële-positie-effect, ook wel het primacy-recency-effect genoemd, is het fenomeen dat mensen beter onthouden wat ze als eerste of als laatste horen of zien in een reeks van informatie. Dit betekent dat mensen de neiging hebben om dingen die als eerste worden gepresenteerd, beter te onthouden dan dingen die in het midden worden gepresenteerd. Aan de andere kant hebben mensen de neiging om dingen die als laatste worden gepresenteerd, beter te onthouden dan dingen die in het midden worden gepresenteerd. 

Kijk voor meer ‘wetten’ naar Waarom je psychologie moet inzetten als je een goede website wilt.

Bonus leestip; 8 quick fixes voor veelvoorkomende fouten op websites. Je bezoekers zullen je er dankbaar voor zijn ;).

Maandelijks meer inspiratie en tips in je mailbox. Wij schrijven over kennis delen (kennisbanken),  mensen verbinden (community) en samen leren (e-learning).

Tips en inspiratie in je mailbox

Hopelijk heb je de informatie gevonden die je zocht. Maandelijks sturen wij je een e-mail vol tips, ideeën en inspiratie. Meld je aan om die te ontvangen.